Moderne Leidingzoekers

Snel een gat boren in de muur kan leiden tot onaangename verrassingen. Het toevallig aftappen van gas-, water-of elektriciteitsleidingen heeft altijd vervelende en kostbare gevolgen. Niet zo dramatisch, maar het is toch vervelend als een betonboor betongaas raakt: De hardmetalen tip raakt dan zeer gemakkelijk beschadigd.

Goedkoper is het om te controleren en na te gaan of de gebieden waarin geboord wordt vrij zijn van dergelijke verborgen gevaren. Klussers gebruiken voor de navigatie detectieapparaten, in de volksmond ook wel "kabelzoeker" of "metaaldetector" genoemd. Elk huishouden zou profiteren van een dergelijk apparaat. Het kost in ieder geval minder dan het verwijderen van de schade als gevolg van een pijp of kabel die wordt geraakt bij het boren. 

Moderne detectieapparatuur maakt gebruik van twee verschillende werkmethoden. De één gebruikt inductie-effecten die worden veroorzaakt door elektromagnetische velden. Het detectieapparaat neemt elektrische draden waar, waar elektriciteit door loopt, zoals hoogspanningskabels. Hierbij detecteert het detectieapparaat het elektromagnetisch veld dat om de stroomkabel loopt, die zeer nauwkeurig te lokaliseren is in een wand van enkele centimeters dik.

Iets moeilijker is het voor metalen voorwerpen, waar geen stroom door loopt, dus kabels zonder elektriciteit, bewapeningsstaal, betonstaal, enz. Hier gebruikt men het effect dat metalen, vooral ijzer, magnetische velden beïnvloeden om hen heen. Het detectieapparaat wekt een elektromagnetisch wisselveld op. Benader met de sensor van het detectieapparaat het in de wand verborgen metaal en de oscillatiefrequentie zal veranderen. Deze wordt vervolgens geëvalueerd als meetsignaal en visueel weergegeven door het detectieapparaat. 


Met de inductieve methode kunnen echter geen objecten gevonden worden die niet van metaal zijn. Bijvoorbeeld, u wilt weten waar u kasten op kunt hangen tegen een gipsplaten muur waar de balken van de draagconstructie dicht in de buurt kunnen zijn. Hiervoor moet een andere techniek worden gebruikt. Hierbij is de capacitieve methode geschikt. In dit geval zendt de positioneerinrichting een wisselveld met een hoge frequentie uit. Het materiaal in het sensorgebied beslaat een deel van de energie en dus verzwakt het elektrische veld. Het materiaal in het sensorgebied absorbeert een deel van de energie en dus verzwakt het elektrische veld. Dit wordt gedetecteerd door het detectieapparaat en in een meetsignaal omgezet, zodat de positie van het centrum en de randen van een verborgen draagorgaan kunnen worden weergegeven.

Inductieve detectoren zijn relatief eenvoudig in gebruik, meestal met een simpel display ("rood"/"groen") en minder prijzig in vergelijking met de capacitieve toestellen. Capacitieve detectoren (ook bekend als "Stud Finder" en "balkzoeker") zijn duur door de complexe techniek, indien zij voldoende diepte en nauwkeurigheid kunnen meten. Professionele apparatuur met microprocessortechnologie zorgt ervoor dat de weergave van de locatie van de verborgen voorwerpen schematisch kan worden weergegeven. 

Populair bij klussers zijn detectieapparaten die beide methoden combineren. Hiermee kunt u in de wand verborgen stroomleidingen, metalen delen, evenals houten balken lokaliseren. Automatische kalibratie zorgt voor gebruiksgemak en de markeringshulp maken het makkelijker om te werken met deze apparaten.