Meest gekocht

    Meest gekocht

    Best beoordeelde producten

    Best beoordeelde producten

    Advies

    Stroomkabel management voor uw bedrijf

    Er zijn verschillende regels en voorschriften waar u aan moet denken bij het leggen van kabels onder spanning. Een goed uitgevoerde elektrische installatie is onmisbaar voor een veilige en betrouwbare werking. Op deze pagina leert u waar u op moet letten bij het installeren van elektriciteitsleidingen en het leggen van stroomkabels.



    Algemene voorschriften bij het leggen van stroomkabels

    In Nederland mogen elektriciteitsleidingen niet zomaar kriskras als opbouw- of inbouwinstallatie worden aangelegd. Het risico van beschadiging van de kabels later bij het boren van een gat is te groot. Daarom mogen stroomkabels volgens DIN 18015-3 alleen horizontaal of verticaal in of op de muur worden gelegd. Daarentegen zijn er geen voorschriften voor het leggen van kabels aan het plafond. Bij dergelijke elektrische installaties is het mogelijk de kabels via de kortste weg te leggen.



    Installatiegebieden voor woonkamers en kantoren

    In de woning worden de elektriciteitsleidingen meestal altijd onder pleisterwerk gelegd en zijn ze dus niet zichtbaar voor de bewoners. Om te voorkomen dat u iedere keer dat u een spijker in de muur slaat een misselijk gevoel krijgt of er misschien juist op die plek een kabel loopt, zijn er zogenaamde installatiezones:

    In woonruimten is er een horizontale elektrische installatiezone met een breedte van 30 centimeter en een afstand van 15 centimeter tot de afgewerkte vloer. Dezelfde afstand geldt voor kabels die onder het plafond worden gelegd. Verticale installatiezones hebben een breedte van 20 centimeter en bevinden zich op een afstand van 10 centimeter van alle onafgewerkte vloerhoeken en -randen en van ramen en deuren. Voor ruimten waar een werkblad voor de wand aanwezig is, bestaat ook de mogelijkheid van een centrale installatiezone. Deze reikt vanaf de vloer van 100 tot 130 centimeter. Lichtschakelaars en stopcontacten zijn geïnstalleerd op een hoogte van 115 centimeter.



    Installatiezones voor badkamers

    Voor de elektrische installatie in badkamers gelden speciale regels: De onderste en middelste installatiezones worden weggelaten ten gunste van horizontaal lopende elektrische kabels. Alleen de zone onder het plafond is toegestaan, met een afstand van 15 centimeter. De badkamer is verdeeld in drie beschermde zones: Beschermingszone 0 (afb:wit) omvat de binnenkant van het bad en de douche. Stopcontacten en verdeeldozen zijn hier niet toegestaan. Beschermingszone 1 (afb.: blauw) strekt zich uit boven het gebied van de douche of het bad tot een hoogte van ten minste 2,25 meter. Elektrische aansluitingen zijn hier alleen toegestaan voor vast geïnstalleerde apparaten zoals waterverwarmers. 60 centimeter rond de douche en het bad is beschermingszone 2 (afb.: wit). Deze reikt ook tot een hoogte van ten minste 2,25 meter. Naast de eisen die voor beschermingszone 1 gelden, mogen hier ook armaturen worden aangesloten. Contactdozen en lichtschakelaars zijn echter niet toegestaan.



    Maak sleuven voor stroomkabels

    Bij het leggen van kabels onder pleisterwerk moeten eerst kabelsleuven in het metselwerk worden gebeiteld of gefreesd. Het is belangrijk dat een muursleuf de stabiliteit van dragende muren niet in gevaar mag brengen. Als de muur dikker is dan 115 millimeter, mogen de kabelsleuven niet dieper zijn dan 10 millimeter en niet breder dan 100 millimeter. Is de wand daarentegen dikker dan 240 millimeter, dan mag de gleuf voor de kabel niet meer dan 30 millimeter diep en 150 millimeter breed zijn. Als de muur dikker is dan 300 millimeter, is de maximale diepte voor de kabelsleuf 30 millimeter en de maximale breedte 200 millimeter. Voor alle wanddiktes moet de minimumafstand tussen twee kabelsleuven ten minste 115 millimeter bedragen.



    Waar moet u op letten als u stroomkabels koop?

    Voordat u kabels, schakelaars, stopcontacten en materiaal voor de bevestiging koopt, is de eerste stap een nauwkeurige planning en bepaling van de exacte materiaalvereisten. Kabels worden meestal onder het pleisterwerk in woon- en werkruimten gelegd. Het gebruik van montagetape wordt aanbevolen om de kabels die in de sleuven liggen te bevestigen. Een alternatief voor een vaste installatie onder het pleisterwerk is het gebruik van flexibele of installatiebuizen. Voor elektrische installaties heeft deze methode het voordeel dat u op een later tijdstip snel extra elektriciteitsleidingen kunt aanleggen, bijvoorbeeld om achteraf Smart Home-componenten te installeren. Volg altijd de instructies van de fabrikant.

    Zodra de kabel of buis in de gleuf is bevestigd, kunt u de muur bepleisteren. In kantooromgevingen worden ook vaak borstweringskanalen gebruikt. Dit zijn speciale kabelgoten waarin een volledige kabelboom kan worden ondergebracht en waarvan de strips voorzien zijn van contactdozen of aansluitingen voor het netwerk. Bij de installatie van kabels in huis moeten de installatiezones voor woon- en werkruimten en voor badkamers strikt in acht worden genomen. 

    In de kelder kunnen elektrische kabels op het pleisterwerk worden geïnstalleerd, zoals gebruikelijk is voor waterleidingen. Bij een opbouwinstallatie kunt u de kabels gewoon met klemmen op het pleisterwerk bevestigen. Het is echter veel eleganter om kanalen of lege pijpen te gebruiken. In veel commercieel gebruikte gebouwen kunnen open kabelgoten ook een verstandig alternatief zijn. In ons assortiment vindt u een grote keuze aan installatiekanalen, plinten, kabelkanalen en bijpassende accessoires



    Onze praktische tip: zorg voor voldoende afstand tussen voedingskabel en datakabels!

    Denk er bij de planning van uw elektrische installatie aan dat datakabels niet samen met stroomkabels moeten worden gelegd. Houd altijd voldoende afstand tussen de twee kabels. Leg de kabels ook niet samen in één lege buis, maar gebruik in plaats daarvan twee buizen. Als de afstand te klein is, kan dit storingen veroorzaken in de telefoonlijn of in het computernetwerk.



    FAQ – veelgestelde vragen over kabelmanagement
     

    Hoe leg ik correct een ondergrondse kabel?

    Als u bijvoorbeeld een leiding van uw huis naar de tuin wilt leggen om verlichting te installeren, is het noodzakelijk een ondergrondse kabel te leggen. De kabel moet minstens 60 centimeter diep in de grond zitten. Als de elektriciteitsleiding onder een weg loopt, moet de diepte ten minste 80 centimeter zijn. Bovendien moet de elektrische leiding in een 10 centimeter dik zandbed worden gelegd en vervolgens worden bedekt met een andere 10 centimeter dikke laag zand. Voor de elektrische installatie moet NYY-kabel met een PVC-mantel worden gebruikt. Ten slotte moet de gelegde kabel over de gehele lengte worden bedekt met stenen of dakpannen om hem tegen beschadiging te beschermen. Elektrische kabels in buitenruimten moeten ook worden beschermd door een aardlekschakelaar. 

    De kabel kan niet door een lege buis in de muur worden getrokken. Is er een truc?

    Er is eigenlijk een truc: maak een stofzuigerpijp vast aan de uitgang van de lege pijp en sluit de opening af met isolatietape. Maak een touwtje en knoop het om watten. Steek de katoenen bal in de pijp. Als u nu de stofzuiger aanzet, wordt er door de lege buis gezogen. Nu kunt u het touwtje aan het andere eind om de kabel binden en het heel gemakkelijk door de buis trekken.