Outdoor: modelbouw accupacks opladen

Voor de modelbouw worden zeer uiteenlopende accusoorten gebruikt, deze moeten echter allemaal conform de voorschriften worden geladen.

NiCd-/NiMH accupack (1,2 V/cel)

NiCd-/NiMH-accu's worden met een constante stroom geladen. Deze ligt bij ca. 10% van de capaciteitswaarde (0,1C*). De laadtijd is bij deze standaardprocedure ca. 14 -16 uur. Wanneer een hoge laadstroom vereist is, moet de lader beschikken over een minus-delta-spanningsuitschakeling (analyse van de spanningsval van de laadcurve) of over een spanningsgradient-uitschakeling (analyse van de tweede spanningsstijging aan het einde van de laadcurve) beschikken. De betreffende spanningsveranderingen zijn sterk afhankelijk van de accutemperatuur en zijn bij NiCd-accu's ongeveer twee keer zo sterk als bij NiMH-accu's. De normatieve eindspanning bij ontladen is 1 V/cel en de max. eindspanning bij ontladen mag niet lager worden dan 0,7 V/cel.

Laadcurve NiCd-/NiMH-accupacks (U = laadspanning, I = laadstroom)

LiPo-/LiIo accupack (3,7 of 3,6 V/cel)

Deze accu's worden in het begin met een constante stroom geladen. Deze is voor Li-poly accu's ca. 1C* en voor LiIo accupacks ca. 0,2C*. De maximaal toegestane laadspanning is voor Li-poly accupacks 4,2 V/cel (± 1%) en moet exact worden aangehouden. Bij LiIo-accu's is de max. laadspanning 4,1 V/cel (± 1%). De accu's zijn opgeladen, wanneer de laadstroom bij maximale laadspanning naar een van de capaciteit afhankelijk minimum is gedaald. De grenswaarde van de eindspanning bij ontladen is bereikt bij 2,7 V/cel. Lithium- polymeer wordt afgekort door LiPo, de Nederlandse afkorting is Li-poly. Lithium-ion wordt afgekort door LiIo, de Nederlandse afkorting is Li-ion.

Laadcurve LiPo-/Lilo accupacks (U = laadspanning, I = laadstroom)

LiFe accupack (3,2 V/cel)

Deze accu's worden net als LiPo- of LiIo-accu's opgeladen. De maximaal toegestane laadspanning is 3,7 V/cel en moet eveneens met een nauwkeurigheid van ±1% worden aangehouden. De laadstroom kan echter beduidend hoger zijn dan 1C*. De max. toegestane eindspanning bij ontladen is 2,5 V/cel. Lithium ijzer fosfaat wordt afgekort door LFP, de Nederlandse afkorting is LiFe.

Belangrijk!

Bij alle lithium-accupacks (LiPo-, LiIo- en LiFe-) moet er absoluut op worden gelet, dat de spanning niet lager wordt dan de toegestane eindspanning bij ontladen, omdat er anders door diepontlading schade kan ontstaan aan de accu.

Loodgel accu (2 V/cel)

Loodaccu's worden normaal gesproken met een constante spanning van 2,35 V/cel opgeladen. Omdat lege loodaccu's echter enorme laadstromen kunnen opnemen, is het noodzakelijk de spannung (U) te regelen en daardoor de stroom (I) aan het begin van de laadprocedure te beperken tot 0,4C*. Dit gebeurt door het max. prestatievermogen van de lader of door ingebouwde oplaadelektronica. Wanneer na enige tijd de constante laadspanning van 2,35 V/cel wordt bereikt, wordt de stroom geregeld door de laadtoestand van de accu. Hoe langer de laadprocedure duurt, hoe lager de stroom wordt. Pas wanneer de stroom een minimale waarde bereikt heeft, is de accu volledig opgeladen. De max. toegestane eindspanning bij ontladen is 1,75 V/cel.

Laadcurve Lood-accupacks (U = laadspanning, I = laadstroom)

Ladings-/ontladingsregime (C-rate)

Dit begrip geeft de omvang van de ladings- of ontladingsstroom weer, onafhankelijk van de capaciteit van de cel(len). Het ladingsregime vermenigvuldigd met de laadcapaciteit resulteert in de ladings- of ontladingsstroom. Bij een capaciteit van 4800 mAh en de onderstaande ladingsregimes geldt bijv. een stroom van:

C-rate Stroom
2C 9,6 A = 9600 mA
1C 4,8 A = 4800 mA
C/5 0,96 A = 960 mA

* Uit de schrijfwijze C/5 kan de vermenigvuldiger worden bepaald door de berekening 1 / 5 = 0,2 C